das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

to hesitate Holländisch:

1. aarzelen aarzelen


De beklaagde ging zonder aarzelen in beroep tegen de uitspraak.

2. twijfelen twijfelen


Ik zou nooit twijfelen over zijn eerlijkheid.
Verliefden twijfelen aan alles of aan niets.