das Wörterbuch Esperanto Minus niederländisch

Esperanto - Nederlands, Vlaams

jupo Holländisch:

1. rok rok


Ze was juist haar rok aan het strijken.
Mijn rok is te lang.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Ik zoek een warme, wollen rok.
Deze rok bevalt mij, mag ik hem even passen?

Holländisch Wort "jupo"(rok) tritt in Sätzen auf:

Kleding in het Esperanto