das Wörterbuch Esperanto Minus niederländisch

Esperanto - Nederlands, Vlaams

longa Holländisch:

1. lang lang


Lang niet gezien.
De telefoon ging behoorlijk lang over.
De jeugd heeft tegenwoordig een voorkeur voor lang haar.
Het duurt niet lang meer voordat de wintervakantie afgelopen is.
Nadat hij tien seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd, hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"
De gevangenisbewaarders zullen vanaf middernacht drie dagen lang staken.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.
Laat ons vrolijk zijn, laat ons het leven goed gebruiken, want het leven is niet lang.
Enige tijd lang keek ze mij alleen maar aan.
Na zo lang werken is rust meer dan welkom.
Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè? "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."
De kopers waren doodop want zij hadden lang gewandeld.
Zijn de kindertjes al naar bed, of spelen ze nu nog buiten? "Ze liggen al lang in de veren."
Klaar! Dat duurde niet lang, wel?
De appels op de fruitschaal lagen er al zo lang, dat ze helemaal zacht en gerimpeld begonnen te worden.