1. honderd
Weinig mensen leven langer dan honderd jaar.
Kan je me een honderd dollars lenen?
Mijn zoon kan al tot honderd tellen.
Zijn record is een nieuw wereldrecord op de honderd meter sprint.
Dringende mededeling: een paar honderd jaar geleden spraken de mensen niet zoals wij nu spreken.
Goede vrienden zijn er een op honderd.
Een domkop gooit een rotsblok in de put, die honderd wijzen er niet kunnen uithalen.
Ze kan met gemak honderd jaar worden.
Niet minder dan honderd dollar heb ik betaald voor deze pen.
Deze roman beschrijft het leven van de Japanners zoals het honderd jaar geleden was.
Het ticket kost honderd euro.
De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.
In dat geval, honderd euro alstublieft.
Hij kan honderd meter lopen in twaalf seconden.
Honderd jaar gezwegen en plots was hij daar.
Holländisch Wort "cien"(honderd) tritt in Sätzen auf:
Los números en neerlandésGetallen in het Spaans