1. inkomen
Hij heeft heel zijn inkomen opgezopen.
Weet iemand hoe aan een inkomen te geraken in crisistijd?
2. omzet
Een auto is een instrument dat benzine omzet in overgewicht.
Holländisch Wort "ingresos"(omzet) tritt in Sätzen auf:
Top 15 palabras para negocios en neerlandés