das Wörterbuch Französisch Minus niederländisch

Français - Nederlands, Vlaams

commutateur Holländisch:

1. schakelaar schakelaar


Hij gebruikte de schakelaar en deed de kamer baden in het licht.

2. wisselen


van plaats wisselen
Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.