1. de wekker
Holländisch Wort "le réveil"(de wekker) tritt in Sätzen auf:
FRANS A2 H2 VOCA B2. wekker
Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.
De wekker loopt af.
Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.
Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.
Holländisch Wort "le réveil"(wekker) tritt in Sätzen auf:
Frans H. 2 AB voca