1. handhaven
Ik zal handhaven.
Holländisch Wort "maintenir"(handhaven) tritt in Sätzen auf:
HCE U14,15,17,18,19,20 FR-NL2. onderhouden
Het huis moet goed onderhouden zijn.
Met als uitleg dat ze niet en een echtgenote konden onderhouden, en een vliegtuig, bleven de twee broers levenslang vrijgezel.