das Wörterbuch Ungarisch Minus niederländisch

magyar - Nederlands, Vlaams

hideg Holländisch:

1. koude koude


Ik eet graag koude aardappelsla in de zomer.
De mensen hier zijn de koude gewoon.
We verwachten dit jaar een heel koude winter.
Mijn tanden zijn gevoelig voor de koude.
Er blaast een koude zeewind.
Het koude klimaat had zijn weerslag op zijn gezondheid.
Het was een koude zomer dit jaar.
Niemand wil buiten werken op een koude dag.
Het koude weer duurde voor drie weken.
Ik vind het moeilijk om vroeg op te staan op een koude morgen.

2. verkoudheid verkoudheid


Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.
Kate heeft een verkoudheid.
Ik geraak maar niet af van mijn verkoudheid.
Verscheidene leerlingen waren niet aanwezig op school wegens verkoudheid.
Look en ui zijn goede middelen tegen een verkoudheid.
Om een verkoudheid te vermijden, neem veel vitamine C.
Ik heb een verkoudheid opgelopen en heb last van een loopneus.