1. versteld staan
2. verwonderd
Verwonderd zijn, zich iets afvragen, is het begin van het begrip.
Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.
3. opgewonden
Ik heb geen idee waarom ze zich zo opgewonden heeft.
Zij leek opgewonden.
Hij raakte zo opgewonden dat hij nonsens vertelde.
4. verbijsterd
Haar dood heeft mij verbijsterd.
Dima?! Al-Sayib was zo verbijsterd, dat hij zijn Fanta op zijn computer liet vallen en daarmee zijn jacht op noobs ruïneerde. "Dima?! Ben jij dat echt?!"