1. auteur
De auteur is ons welbekend.
De auteur heeft een mooie stijl.
Wie is de auteur van dit verhaal?
Zamenhof, de auteur van de plantaal Esperanto, was oogarts.
De auteur vertaalde het sprookje in onze moedertaal.
Holländisch Wort "жазушы"(auteur) tritt in Sätzen auf:
Beroepen in het Kazachs