das Wörterbuch koreanisch Minus niederländisch

한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語 - Nederlands, Vlaams

보트 Holländisch:

1. boot boot


Hij was zo vriendelijk ons met zijn boot naar het eiland te voeren.
Vroeger werden veel producten per boot getransporteerd.
De golven hebben de boot opgeslokt.
Tom heeft twee huizen en een boot.