das Wörterbuch Latein Minus niederländisch

latine - Nederlands, Vlaams

habitans Holländisch:

1. woning woning


Hij woont in een woning.
Mijn woning is op de vierde verdieping.
Te koop: vrijstaande woning met garage en 1200 m² grond op een mooie locatie aan zee.
Ik deel een woning met mijn broer.