das Wörterbuch Latein Minus niederländisch

latine - Nederlands, Vlaams

situla Holländisch:

1. emmer emmer


Ik moet een hele emmer appels schillen voor de jam.
Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.
Er zit een gat in de emmer.
De emmer was vol water.