das Wörterbuch Luxemburg Minus niederländisch

Lëtzebuergesch - Nederlands, Vlaams

Tapis Holländisch:

1. tapijt


Hij ging op het tapijt.
De man en vrouw dragen een tapijt. Een persoon stofzuigt het tapijt.
Op een tapijt slapen is geweldig.
Op de vloer ligt een dik tapijt.

Holländisch Wort "Tapis"(tapijt) tritt in Sätzen auf:

Salon Vocabulaire op Hollännesch