das Wörterbuch lettisch Minus niederländisch

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

ēna Holländisch:

1. schaduw schaduw


Schrik hebben van zijn eigen schaduw.
Het was fris in de schaduw van de bomen.
En als hij moe was, sliep hij in haar schaduw.
Laten we daar zitten, waar er schaduw is.
Er hing een schaduw over mij.
Waar licht is, is ook schaduw.
De tuin ligt nog in de schaduw.