das Wörterbuch lettisch Minus niederländisch

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

atgūt Holländisch:

1. herstellen herstellen


Wilt u de auto herstellen?
Het opknappen, renoveren en herstellen van gebouw.
Het heeft mij veel tijd gekost om te herstellen van mijn longontsteking.
Ik zal de auto maar kopen als ze eerst de remmen herstellen.
Ik heb mijn fiets ingeleverd om te herstellen.
Laat het herstellen alstublieft.
Hopelijk zult ge rap herstellen van uw ziekte.
Waar kan men mijn horloge herstellen?
Tom weet hoe computers te herstellen.
Kan je die lekke band nu herstellen?