das Wörterbuch lettisch Minus niederländisch

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

glābšana Holländisch:

1. redden redden


Hij kwam mij redden.
Wij redden ons.
Wij redden levens van duizenden mensen.
Alleen kalmte kan u redden, zei de zenuwpees.
Kalmte zal je redden.
Hij heeft zijn leven gegeven om haar te redden.
Hij had medelijden en hielp mij, mij eruit te redden.