das Wörterbuch lettisch Minus niederländisch

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

patiešām Holländisch:

1. werkelijk


Ze zingt werkelijk goed.
Haar man drinkt werkelijk als een tempelier.
Werkelijk, mijn vader, het is nog nooit voorgevallen dat ik een overledene heb verkocht.
Ik heb u nooit zien koken. Kunt gij werkelijk iets klaarmaken?
Ik snap werkelijk niet wat er met haar is.