das Wörterbuch lettisch Minus niederländisch

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

zeķes Holländisch:

1. sokken sokken


Ik heb spiksplinternieuwe sokken.
Wist ge dat ge rare sokken aan hadt?
Zijn mijn sokken al droog?
Die verdomde muizen hebben aan al mijn sokken geknaagd met hun scherpe tanden.