das Wörterbuch niederländisch Minus norwegisch

Nederlands, Vlaams - Norsk

van Norwegisch:

1. fra fra


Jeg er fra Polen
Jeg kommer fra Sogndal.
Komme fra job.
Jeg jobber fra klokka 7.
Jeg kommer fra Norge.

verwandte Wörter

voetbal Norwegisch
zwemmen Norwegisch
betalen Norwegisch
vinden Norwegisch

andere Wörter beginnend mit "V(die Empfänger)

vallei Norwegisch
vallen Norwegisch
valuta Norwegisch
van plan zijn Norwegisch
van wie Norwegisch
vandaag Norwegisch

van in anderen Wörterbüchern

van in Arabisch
van Tschechisch
van Deutsch
van Englisch
van Spanisch
van Französisch
van Hindi
van Indonesier
van Italienisch
van georgisch
van Litauisch
van auf Polnisch
van Portugiesisch
van Rumänisch
van Russisch
van Slowakisch
van Schwedisch
van kreuzten Beinen
van in Vietnamesisch
van Chinesisch