das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

Polen Holländisch:

1. Polen Polen


Ik woon al vijf jaar in Polen
Eten met een gezin in Peking, skilopen met een goede vriend in Polen, met een hartsvriendin in Belgrado wonen - dat zou ik zeker niet gedaan hebben zonder Esperanto.

Holländisch Wort "Polen"(Polen) tritt in Sätzen auf:

Landen in het Noors