das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

hard Holländisch:

1. harde


Een nauwkeuriger onderzoek wees uit dat de schedel verbrijzeld was door een harde slag.
We hebben nog maar eens een harde regenbui gehad gisteren!
Je succes is de vrucht van je harde werken.
Er klonk een vreselijk harde piep - de microfoon zong rond.
Ze gaf hem een harde trap.
Japanners zijn in het algemeen harde werkers.