das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

klima Holländisch:

1. klimaat klimaat


Canada heeft een koud klimaat.
Het klimaat in Tokio verschilt van dat in Londen.
Hoe bevalt u het klimaat in Japan?
Ik ben gewend aan een koud klimaat.
Het koude klimaat had zijn weerslag op zijn gezondheid.
Het klimaat hier lijkt op dat op Hokkaido.
Het klimaat in Japan is zachter dan in Engeland.