das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

program Holländisch:

1. programma programma


Dat programma is verre van perfect.
We zijn geneigd televisie te kijken ongeacht het programma dat bezig is.
Mag ik een programma hebben?
Ik weet niet of het een programmafout is, maar dit programma werkt niet zoals het zou moeten.
M.i. moet het volledige programma van alle Universele Congressen via het internet voor iedereen raadpleegbaar zijn.