1. zeven
Het is zeven uur.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Dat is dan zeven dollar, alstublieft.
Kom voor zeven uur naar hier.
Twee maal zeven is veertien.
Je zou je tong zeven keer in je mond moeten ronddraaien voordat je spreekt, dat zou je een boel zorgen en misverstanden schelen.
Zeven is een gelukbrengend getal.
's Morgens word ik altijd rond zeven uur wakker.
Frans wordt in Quebec door meer dan zeven miljoen mensen gesproken.
Geeft u mij een kaartje voor de voorstelling van zeven uur, alstublieft.
Ik wil dat je op me wacht totdat ik klaar ben met mijn werk om zeven uur.
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.
Mijn grootmoeder heeft zeven broers en zusters.
Of ge uw baard vier of zeven jaar laat groeien, onder het mes van de barbier valt hij in even veel tijd.
In de zeven jaar die hij in Japan doorgebracht heeft, heeft hij ernstig Japans gestudeerd.
Holländisch Wort "sju"(zeven) tritt in Sätzen auf:
Getallen in het NoorsNummer på nederlandsk