1. genieten
We hopen dat je van de voorstelling zult genieten.
Laten we genieten van de lange vakantie!
Vergeet het verleden. Vergeleken met gisteren, verkies ik vandaag. 't Is daarom dat ik probeer te genieten van het moment, dat is alles.
Holländisch Wort "cieszyć się"(genieten) tritt in Sätzen auf:
13/2 We kunnen niet zonder gas en elektriciteitRozmowa o pracę2. koesteren
Holländisch Wort "cieszyć się"(koesteren) tritt in Sätzen auf:
zwiazki damsko meskie