das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

czyje Holländisch:

1. wiens


Ik heb een vriend wiens vader leraar is.
Wiens brief is dit?
Dat is de man wiens auto's gestolen zijn.
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Mijnheer Jones, wiens vrouw Engels onderwijst, is zelf professor Engels.
Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.
Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.
Wiens schrijfgerei is dat?