1. hal
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
In dit verslag wordt de capaciteit van de hal overdreven.
2. de hal
Holländisch Wort "hol"(de hal) tritt in Sätzen auf:
5.2 Het informatiebord (A2)3. zaal
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.
4. holt
De gestadige drup holt de steen.
Holländisch Wort "hol"(holt) tritt in Sätzen auf:
het speelhuis van Lotte en Nina