1. botsen
Als we zo voortgaan, botsen we nog tegen de muur.
Egoïsten ontmoeten elkaar niet, ze botsen.
2. bemoeien
Hij liet niemand zich met zijn privézaken bemoeien.
Hun ouders bemoeien zich niet met die kinderen.
3. bemoeien zich
Holländisch Wort "kolidować"(bemoeien zich) tritt in Sätzen auf:
beetje dutch