das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

mieszkanie Holländisch:

1. het appartement het appartement



2. flat flat


Ik hou van deze flat. De ligging is goed en bovendien is de huur niet zo heel hoog.

Holländisch Wort "mieszkanie"(flat) tritt in Sätzen auf:

Pomieszczenia w mieszkaniu

3. de woning de woning



Holländisch Wort "mieszkanie"(de woning) tritt in Sätzen auf:

5/3 Een gezellig huis
strona 24-30

4. appartement appartement


Dit appartement is groter dan alle andere in dit gebouw.
We huurden het appartement.
Hij woont in een appartement.
Het hele gezin woont daar in een klein vuil appartement.
Mijn appartement is op de tweede verdieping.
Hoeveel kamers heeft het appartement?
Wat is er gebeurd? Het hele appartement is nat.

Holländisch Wort "mieszkanie"(appartement) tritt in Sätzen auf:

WYNAJEM MIESZKANIA
Język holenderski

5. de flat de flat



Holländisch Wort "mieszkanie"(de flat) tritt in Sätzen auf:

5/2 Een briefje in de flat