das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

obawiać się Holländisch:

1. bang zijn bang zijn



2. vrezen vrezen


Vrees niet, want er is niets te vrezen.
Wij Duitsers vrezen God, maar niets anders op de wereld.

3. iets vrezen



Holländisch Wort "obawiać się"(iets vrezen) tritt in Sätzen auf:

Eerste kind gaat met alle aandacht lopen

4. duchten



5. betreffen