das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

oblać egzamin Holländisch:

1. het examen zakken het examen zakken



2. zakken zakken


Spreek niet met uw handen in uw zakken.
Hoeveel zakken hebt ge?
De oude man belaadde zijn muildier met zakken zand.
Nadat ze dat gezegd had, liet Mayu verlegen het hoofd zakken.
Een van mijn zakken ontbreekt.