1. de rust
in de rust van een voetbalwedstrijd
Holländisch Wort "odpoczynek"(de rust) tritt in Sätzen auf:
Thema 3 KINDEREN2. rusten
Je moet rusten.
Laten we gaan zitten en een beetje rusten.
Moge hij rusten in vrede!
's Middags legden zij zich neer in het bos om uit te rusten.
We hebben nog niet beslist waar we gaan rusten.