das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

pałac Holländisch:

1. paleis paleis


De prins vond, dat een dergelijke bekwaamheid meer waard was dan om het even wat men als bruidsschat zou kunnen geven aan een meisje. Hij bracht ze naar het paleis van zijn vader, de koning, waar ze met hem trouwde.
Deze ruïne was eens een luxueus paleis.

2. koninklijk huis koninklijk huis



3. het paleis het paleis