1. hoorn
Holländisch Wort "róg"(hoorn) tritt in Sätzen auf:
Holenderski Las2. de hoek
3. de punt
Holländisch Wort "róg"(de punt) tritt in Sätzen auf:
We hebben een peobleem4. hoek
Aan de hoek draaide ze naar links.
Toen we de hoek bereikten, verscheen het meer voor onze ogen.
We zouden graag een tafel hebben in de hoek voor niet-rokers.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.
Sla op de volgende hoek linksaf.
Maar over zijn zus kunnen we zeggen, dat ze zo hatelijk werd, dat haar eigen moeder ze wegjoeg; en het ongelukkige meisje had zoveel gelopen en niemand gevonden, die haar wilde opvangen, dat ze weldra omkwam in een hoek van het bos.
Het ongeluk gebeurde bij de hoek.
Om de hoek reed een grote vrachtwagen.
Het is net om de hoek.
5. de toeter