das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

zarzut Holländisch:

1. verwijt


De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet.
De pot verwijt de ketel.
Ik verwijt je daarom niks.
Verwijt je vriend niet, want jijzelf verdient het verwijt meer; hij is maar een éénmalige leugenaar terwijl jij nu nog altijd leugenaar bent.
De ezel verwijt de ezel dat hij dom is.

2. pleidooi