das Wörterbuch portugiesisch Minus niederländisch

português - Nederlands, Vlaams

roubar Holländisch:

1. stelen stelen


Ik betrapte hem op het stelen van geld.
Ze heeft me verteld dat het verkeerd was om te stelen.
Kun je me leren stelen?
De rover brak in het huis in om geld te stelen.

2. beroven beroven


Deze wet zal ons van onze grondrechten beroven.