das Wörterbuch serbisch Minus niederländisch

српски језик - Nederlands, Vlaams

лав Holländisch:

1. leeuw leeuw


De tanden van een leeuw zijn scherp.
Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
Ik zie een leeuw.
Een leeuw is sterk.
Geef geen hand aan een leeuw.
Wie durft op een leeuw rijden?
Bij een leeuw blijven is gevaarlijk.

Holländisch Wort "лав"(leeuw) tritt in Sätzen auf:

tekens van de dierenriem in het Servisch
Dieren in het Servisch