1. maag
Ik voel een branden in mijn maag.
Mijn maag gromt.
Eten wordt verteerd in de maag.
De maag is een van de interne organen.
Een hongerige maag denkt alleen nog aan brood.
Maag en voet redetwisten voortdurend over wie de sterkste is.
Ik vroeg hoe het was met haar maag, want gisteren was ze ziek.
2. buik
Een volle buik studeert niet graag.
Zij zijn als twee handen op één buik.
Hebt ge vastgesteld dat uw buik de laatste tijd wat gezakt is?
Holländisch Wort "mage"(buik) tritt in Sätzen auf:
medicinska ord på svenska