das Wörterbuch schwedisch Minus niederländisch

Svenska - Nederlands, Vlaams

sätta Holländisch:

1. leggen leggen


Hij vroeg haar uit te leggen hoe ze het geld had gebruikt.
Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.
Een zakdoek is bedoeld om je neus in te snuiten, maar je kunt hem ook gebruiken om je tranen mee af te vegen, of je kunt er een knoop in leggen wanneer je iets niet moet vergeten.
Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.