das Wörterbuch vietnamesisch Minus niederländisch

Tiếng Việt - Nederlands, Vlaams

kính Holländisch:

1. glas glas


Mag ik alstublieft een glas water?
Laat dat glas niet vallen.
Hij dronk een glas rode wijn.
Een glas water alstublieft!
Hij creëert een storm in een glas water.
Dit glas bevat water.
Er is weinig water in het glas.
De maat is vol! zei de waard boos terwijl hij mijn glas nog een laatste keer vol schonk.
Een glas koud water is heel verfrissend bij zeer warm weer.
U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
Bierflesjes zijn van glas.
Glas wordt gemaakt van zand.
Is dit jouw glas of dat van je zus?
Giet geen heet water in het glas, of het zal barsten.
Hij begon zijn maaltijd met het drinken van een half glas bier.

2. bril bril


Ik heb geen bril meer nodig.
Zij heeft een bril.
De man draagt een bril.
Wat baten kaars en bril, als de uil niet zien en wil.
Ik kan lezen zonder bril.
Heren, doe de bril omhoog! Dames zitten ook graag droog.
Ik merkte dat zij een nieuwe bril droeg.
Waar is mijn bril?
Wat is dat voor meneer met een bril?
Hij kan moeilijk zien zonder bril.
Wat hebt ge met mijn bril gedaan?
Ik kan zonder bril lezen.
Hij draagt altijd een donkere bril.
Deze bril is mooi.
Breng mijn bril.