zdania

 0    69 Datenblatt    grzegorzchmielewski6
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Jak powiedzieć ... po niderlandzku
Lernen beginnen
wat is in het netherland
mam pytanie...
Lernen beginnen
Ik heb een vraag...
słucham muzyki
Lernen beginnen
ik luister naar muziek
Rozmawiam płynnie po angielsku
Lernen beginnen
ik spreek vloeiend Engels
Polski to mój język ojczysty
Lernen beginnen
Pools is mijn moedertaal
Jak sie nazywasz?
Lernen beginnen
Wat is jouw naam?
skąd pochodzisz?
Lernen beginnen
Waar kom jij vandaan
gdzie mieszkasz?
Lernen beginnen
waar woon je
jaki jest Twój zawód?
Lernen beginnen
wat is je beroep?
on się boi
Lernen beginnen
hij is bang
czy masz mysz?
Lernen beginnen
heb je een muis
Czy boisz się ciemności?
Lernen beginnen
Ben je bang in het donker?
Czy jesteś zadowolony ze swojego imienia?
Lernen beginnen
Ben je blij met je naam?
Czy jesteś osobą wieczorową?
Lernen beginnen
Ben je een avondmens?
Czy jesteś optymistą?
Lernen beginnen
Ben je optimist?
Czy jesteś samolubny?
Lernen beginnen
Ben je egoistisch?
czy masz tatuaż?
Lernen beginnen
heb je een tatoeage?
masz słabość?
Lernen beginnen
heb je een zwakte?
Opowiedz nam o sobie
Lernen beginnen
vertel over jezelf
potrzebować czegoś
Lernen beginnen
iets nodig hebben
dokonałeś już wyboru?
Lernen beginnen
heft u al een keuze kunnen maken?
co chcesz zamówić?
Lernen beginnen
wat wilt u bestellen?
chcesz zacząć od przystawki?
Lernen beginnen
wilt u beginnen met een voorgerecht?
co możesz doradzić?
Lernen beginnen
wat kunt u adviseren?
co jesz na śniadanie?
Lernen beginnen
wat eet je voor ontbijt
czemu nic nie robisz?
Lernen beginnen
waarom doe je niets?
chce zapłacić gotówką
Lernen beginnen
Ik wil contant betalen
Czy mogę dostać menu?
Lernen beginnen
Mag ik de menukaart?
Coś jeszcze?
Lernen beginnen
Anders nog iets?
Chcesz zapłacić kartą czy gotówką?
Lernen beginnen
Wil je pinnen of contant betalen?
Chcesz torbę?
Lernen beginnen
Wil je een tasje?
Czy te jabłka są słodkie?
Lernen beginnen
Zijn deze apples zoet?
To zależy od Ciebie
Lernen beginnen
Het is aan je
Proszę bardzo.
Lernen beginnen
Hier ben je.
Co to znaczy?
Lernen beginnen
Wat betekent het?
Kto następny?
Lernen beginnen
Wie is er aan de beurt?
Czy mogę pomóc?
Lernen beginnen
Zegt u het maar.
Ile mięsa mielonego chcesz?
Lernen beginnen
Hoeveel gehakt wilt u?
Czy chcesz przypiąć?
Lernen beginnen
Wilt u pinnen?
To było to.
Lernen beginnen
Dat was het.
codziennie wstaje o 5:20
Lernen beginnen
ik sta elke dag om 5.20 uur op
myję zęby 2 razy dziennie
Lernen beginnen
ik poets mijn tanden twee keer per dag
jem śniadanie i piję czarną kawę
Lernen beginnen
Ik ontbijt en drink zwarte koffie
czasami sprawdzam wiadomości online
Lernen beginnen
soms check ik het nieuws online
wstaje wcześnie rano
Lernen beginnen
ik sta 's ochtends vroeg op
Ile to kosztuje?
Lernen beginnen
Hoe veel kost het?
Jutro sprzedaję samochód.
Lernen beginnen
Ik verkoop morgen een auto.
wracając do domu robię zakupy
Lernen beginnen
Ik doe mijn boodschappen op weg naar huis
idę wkrótce ugotować
Lernen beginnen
straks ga ik koken
Z którego peronu odjeżdża pociąg do Tokio?
Lernen beginnen
Vanaf welk perron vertrekt de trein naar Tokyo?
Co my teraz mamy zrobić?
Lernen beginnen
Wat gaan we nu doen?
pozostawić narzędzia w maszynie do drugiego mocowania
Lernen beginnen
laat de gereedshappen maar in de machine voor de tweede opspanning
Czy chcesz kawę?
Lernen beginnen
Heb je zin in koffie?
dlaczego jesteś nieśmiały?
Lernen beginnen
Waarom ben je verlegen
Nikogo tu nie znam.
Lernen beginnen
ik ken hier niemand.
Zjemy razem miły posiłek.
Lernen beginnen
We gaan gezellig samen eten.
Mój dziadek jest jeszcze młody.
Lernen beginnen
Mij opa is er nog jong uit.
Co zamierzasz zrobić?
Lernen beginnen
Wat gaat je aan het doen?
Wyglądasz bardzo ładnie!
Lernen beginnen
Je ziet er heel leuk uit!
Teraz to widzę.
Lernen beginnen
Ik zie het nu pas.
Chcę mieć wyfrezowany kran pomocniczy.
Lernen beginnen
ik wil een hulptap op gefresd hebben.
tak, możesz go pożyczyć.
Lernen beginnen
ja, die mag je wel even lenen.
nieźle
Lernen beginnen
dat valt nog mee
to zależy od Ciebie
Lernen beginnen
het is aan jou
wygląda na zmartwionego
Lernen beginnen
he ziet er bezorgd
jest boso
Lernen beginnen
hij is met blate voeten
Przepraszam, mówisz za szybko dla mnie
Lernen beginnen
sorry, u praat te snel voor mij
Rozumiem cię tylko wtedy, gdy mówisz wolniej
Lernen beginnen
Ik kan u alleen verstaan als u langzamer spreekt
jestem pod wrażeniem
Lernen beginnen
ik ben onder de indruk

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.