Zdania usłyszane 11

 0    24 Datenblatt    Monika Cz.
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Nakryjesz do stołu?
Lernen beginnen
Wil je de tafel deken?
Posprzątasz ze stołu?
Lernen beginnen
Wil je de tafel afruimen.
Posprzątam ze stołu.
Lernen beginnen
Ik zal de tafel afruimen.
Czy zechciałbyś nakryć do stołu?
Lernen beginnen
Wil je de tafel deken?
Położysz talerze i sztućce na stole?
Lernen beginnen
Wil je de borden en bestek op de tafel zetten?
Popołudnia wolę spędzać z synem.
Lernen beginnen
Ik geef de voorkeur aan middagen doorbrengen met mijn zoon.
Ona jest z nimi dopiero półtora dnia.
Lernen beginnen
ze is pas anderhalve dag bij ze.
Musisz mi obiecać że...
Lernen beginnen
Je moet me belooften dat...
Zachował dystans.
Lernen beginnen
Hij heeft afstand gehouden.
Nie musisz się wstydzić.
Lernen beginnen
Je hoef niet te schamen.
Nie mam tu nic do powiedzenia.
Lernen beginnen
Ik heb er niets te zeggen.
Nic nie mogę mówić.
Lernen beginnen
Ik heb geen stem meer.
... jeśli pójdziesz trochę dalej
Lernen beginnen
... als je iets verder loopt
lot ptaka
Lernen beginnen
de vogel vlucht
Uciekam z mojego domu (bo pożar)
Lernen beginnen
Ik vlucht uit mijn huis.
Łódź płynie po morzu.
Lernen beginnen
De boot vaart op de zee.
Owce stoją na łące.
Lernen beginnen
De schapen stan in de wei.
To nie przejdzie dalej.
Lernen beginnen
Dat gaat niet door.
skok ze spadochronem
Lernen beginnen
parachute springen
Mam pierwszeństwo.
Lernen beginnen
Ik heb voorrang.
On krwawi.
Lernen beginnen
Hij bloedt.
Podejrzewam, że
Lernen beginnen
Ik vermoed dat
Smród jest okropny.
Lernen beginnen
De stank is verschrikkelijk.
Musimy wymyślić coś fajnego.
Lernen beginnen
We moeten iets leuks verziennen.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.