2.2 Ziek zijn (B1)

 0    38 Datenblatt    w464jhbkjf
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
traktować, leczyć
Lernen beginnen
behandelen
Griep kun je niet behandelen met medicijnen.
fizjoterapeuta
Lernen beginnen
de fysiotherapeut
De fysiotherapeut geeft me oefeningen tegen rugpijn.
leczyć (z)
Lernen beginnen
genezen (van)
Mijn moeder is tien jaar ziek geweest. Nu is ze helemaal genezen.
sposób, środek, działanie
Lernen beginnen
de maatregel
Er is veel stress op het werk. De baas heeft daarom maatregelen genomen: iedereen gaat een paar uur minder werken.
przyczyna
Lernen beginnen
de oorzaak
De oorzaak van dat ongeluk was een kapot stoplicht.
terapia
Lernen beginnen
de therapie
Nahom is depressief. Daarom gaat hij in therapie.
na razie
Lernen beginnen
voorlopig
Ik heb het nu erg druk. Voorlopig heb ik geen tijd om te sporten.
oddychać
Lernen beginnen
ademen
Probeer rustig te ademen. Zo kun je je beter ontspannen.
duszno,
Lernen beginnen
benauwd,
Ik heb het erg benauwd dus ik loop naar buiten voor frisse lucht.
uszkodzony
Lernen beginnen
beschadigd​
Ik heb gevallen en nu is mijn fiets beschadigd.
koncentrować się (na)
Lernen beginnen
zich concentreren (op)
Ik kan me niet concentreren op mijn werk.
energia
Lernen beginnen
de energie
Ik ben erg moe en heb geen energie om schoon te maken.
zapobiegać
Lernen beginnen
voorkomen
Veel oude mensen krijgen een griepprik om te voorkomen dat ze ziek worden.
ochronę słuchu
Lernen beginnen
de gehoorbescherming
Gebruik gehoorbescherming als je met die lawaaierige machine werkt.
granica
Lernen beginnen
de grens
Deze keer kan ik je niet helpen. Ik moet op mijn grenzen letten.
postawa, podejście
Lernen beginnen
de houding
Je moet niet te lang in dezelfde houding zitten. Beweeg regelmatig.
Powierzchnia
Lernen beginnen
de omgeving
Ik werk in een omgeving met veel natuur.
Substancja
Lernen beginnen
de stof
Een schilder moet soms gevaarlijke stoffen gebruiken.
ryzyko
Lernen beginnen
het risico
Als je veel rookt, loop je het risico om heel erg ziek te worden.
porównać do)
Lernen beginnen
vergelijken (met)
Ik wil een nieuwe telefoon. Ik ga een aantal prijzen vergelijken.
Co się dzieje?
Lernen beginnen
Wat is er aan de hand?
Nic ci nie jest?
Lernen beginnen
Gaat het?
Co Ci dolega?
Lernen beginnen
Wat heb je?
Dlaczego? Jak to? Co sie stało?
Lernen beginnen
Hoe komt het?
Hoe komt het dat je buikpijn hebt?
właściwie
Lernen beginnen
eigenlijk
zdiagnozowano chorobę mięśni
Lernen beginnen
spierziekte vastgesteld
ataki zawrotów głowy
Lernen beginnen
aanvallen van duizeligheid
Heeft u het laatste jaar last van aanvallen van duizeligheid gehad?
Czy regularnie upadasz?
Lernen beginnen
Valt u regelmatig flouw?
wpływać
Lernen beginnen
beïnvloeden
Gebruikt u een medicijn dat het rijden beïnvloedt?
chrapanie
Lernen beginnen
snurken
Środki uspokajające
Lernen beginnen
Kalmerende middelen
wysokie ciśnienie krwi
Lernen beginnen
hoge bloeddruk
kontuzja
Lernen beginnen
een verwonding
Bloedt u langer dat één uur na een verwonding?
Czy zdarzają Ci się siniaki bez uderzania się?
Lernen beginnen
Krijgt u zonder stoten blauwe plekken?
naświetlać
Lernen beginnen
bestralen
Bent u bestraald voor een tumor in uw hoofd of nek?
wystąpić
Lernen beginnen
optreden
Is de allergie opgetreden bij de tandarts?
zadyszka
Lernen beginnen
kortademig
Bent u kortademig bij het aankleden?
flegma
Lernen beginnen
slijm
Hoest u meer dan een kopje slijm per dag op?

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.