3.1 Het huis

 0    92 Datenblatt    justynagintowt89
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
dach
Lernen beginnen
het dak
schowek
Lernen beginnen
de schuur
drzwi
Lernen beginnen
de deur
garaz
Lernen beginnen
de garage
ogrod
Lernen beginnen
de tuin
blok mieszkalny
Lernen beginnen
de flat
balkon
Lernen beginnen
het balkon
sciana
Lernen beginnen
de muur
okno
Lernen beginnen
het raam
mieszkam w bloku
Lernen beginnen
Ik woon in een flatgebouw
my nie mamy garazu
Lernen beginnen
We hebben geen garage.
ty masz fajny ogrod
Lernen beginnen
je hebt een leuke tuin
ja mam duży dom
Lernen beginnen
Ik heb een groot huis
mieszkanie ma balkon
Lernen beginnen
de flat heeft een balkon
mieszkasz w domu czy w bloku?
Lernen beginnen
Woon je in een huis of in een flat?
czy masz ogrod czy balkon?
Lernen beginnen
Heb je een tuin of een balkon?
czy masz garaz?
Lernen beginnen
Heb je een garage?
ile drzwi ma twój dom?
Lernen beginnen
Hoeveel deuren heeft je huis?
ile okien ma klasa?
Lernen beginnen
Hoeveel ramen heeft de klas?
to jest mój dom
Lernen beginnen
dit is mijn thuis
moj dom ma cztery pokoje.
Lernen beginnen
mijn huis heeft vier kamers.
mam trzy sypialnie
Lernen beginnen
Ik heb drie slaapkamers
Sypialnia i kuchnia są na dole
Lernen beginnen
De slaapkamer en de keuken zijn beneden.
jedna sypialnia jest na strychu.
Lernen beginnen
één slaapkamer is op de zolder.
toaleta jest na dole w przedsionku
Lernen beginnen
de wc is beneden in de gang
kuchnia jest na gorze
Lernen beginnen
de keuken is boven
dom ma jedna lazienke
Lernen beginnen
het huis heeft het wel
dom ma jeden strych
Lernen beginnen
het huis heeft één zolder
masz fajny salon
Lernen beginnen
je hebt een leuke woonkamer
sasiad
Lernen beginnen
de buurman
sasiadka
Lernen beginnen
de buurvrouw
przestawiać sie
Lernen beginnen
voorstellen
ulica
Lernen beginnen
de straat
filizanka
Lernen beginnen
het kopje
troszke
Lernen beginnen
een beetje
ciasteczko
Lernen beginnen
een koekje
sama
Lernen beginnen
alleen
w domu
Lernen beginnen
thuis
przyjemny
Lernen beginnen
gezellig
sasiedzi
Lernen beginnen
buren
nowa sasiadka nazywa się Sara
Lernen beginnen
de nieuwe buurvrouw heet Sara
Sara chce filiżankę herbaty
Lernen beginnen
Sara wil een kopje thee
sara jest mezatka
Lernen beginnen
Sara is getrouwd
sara chce cukier
Lernen beginnen
Sarah wil suiker
Pan Dariusz jest sąsiadem Marysi
Lernen beginnen
Meneer Dariusz is de buurman van Marysia
chce się przestawic
Lernen beginnen
Ik wil me graag voorstellen
mieszkam na fajnej ulicy
Lernen beginnen
Ik woon in een leuke straat
Moja żona nie jest w domu
Lernen beginnen
Mijn vrouw is niet thuis
pijemy filiżankę kawy
Lernen beginnen
wij drinken een kopje koffie
Idę do srodka
Lernen beginnen
Ik kom binnen
jest przyjemnie w klasie
Lernen beginnen
het is gezellig in de klas
poproszę trochę mleka
Lernen beginnen
Ik wil graag een beetje melk
Dzieci dostaja ciasteczko
Lernen beginnen
De kinderen krijgen een koekje
Suzanne mieszka sama
Lernen beginnen
Suzanne woont alleen
Oliwia ma nowy kalendarz
Lernen beginnen
Oliwia heeft een nieuwe agenda.
telewizja
Lernen beginnen
de televisie
sofa
Lernen beginnen
de bank
lampa
Lernen beginnen
de lamp
szafa
Lernen beginnen
de kast
lozko
Lernen beginnen
het bed
stol
Lernen beginnen
de tafel
krzeslo
Lernen beginnen
de stoel
krzesla
Lernen beginnen
de stoelen
prysznic
Lernen beginnen
de douche
wanna
Lernen beginnen
het bad
w domu stoją meble
Lernen beginnen
in het huis staan meubels
sofa stoi w salonie
Lernen beginnen
de bank staat in de woonkamer
telewizja i lampa też stoją w salonie
Lernen beginnen
de televisie en de lamp staan ook in de woonkamer
stol i krzesla stoją w kuchni
Lernen beginnen
de tafel en de stoelen staan in de keuken
lozko i szafa stoją w sypialni
Lernen beginnen
het bed en de kast staan in de slaapkamer
co stoi przy stole?
Lernen beginnen
wat staat bij een tafel?
co nie stoi w salonie?
Lernen beginnen
wat staat niet in een woonkamer?
Jaki kolor to jest?
Lernen beginnen
Welke kleur is het?
długopisy są czerwone
Lernen beginnen
de pennen zijn rood
lampa jest pomaranczowa
Lernen beginnen
de lamp is oranje
stol jest zolty
Lernen beginnen
de tafel is geel
gumka jest fioletowa
Lernen beginnen
de gum is paars
sofa jest niebieska
Lernen beginnen
de bank is blauw
sciana jest zielona
Lernen beginnen
de muur is groen
czy w twoim domu jest łazienka?
Lernen beginnen
Heeft uw huis een badkamer?
czy twoja sypialnia jest duża?
Lernen beginnen
is je slaapkamer groot?
jest łazienka
Lernen beginnen
er is een badkamer
sypialnia
Lernen beginnen
de slaapkamer
łazienka
Lernen beginnen
de badkamer
fotel
Lernen beginnen
de leunstoel
krzesło
Lernen beginnen
de stoel
lodówka
Lernen beginnen
de koelkast
pralka
Lernen beginnen
de wasmachine
dywan
Lernen beginnen
tapijt
ogród
Lernen beginnen
de tuin
kuchenka
Lernen beginnen
fornuis
łóżko
Lernen beginnen
het bed

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.