→ 3dni Razem → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
afvegen Lernen beginnen		zmieść, wytrzeć
afvegen Lernen beginnen		zmieść, wytrzeć
afvegen Lernen beginnen		zmieść, wytrzeć
afkomen Lernen beginnen		zejść, odejść, pochodzić
afkomen Lernen beginnen		zejść, odejść, pochodzić
afkomen Lernen beginnen		zejść, odejść, pochodzić
afsluiten Lernen beginnen		zamknąć
afsluiten Lernen beginnen		zamknąć
afsluiten Lernen beginnen		zamknąć
aantrekken Lernen beginnen		przyciągnąć, pociągnąć
aantrekken Lernen beginnen		przyciągnąć, pociągnąć
aantrekken Lernen beginnen		przyciągnąć, pociągnąć
aansteken Lernen beginnen		zapalić, napocząć
aansteken Lernen beginnen		zapalić, napocząć
aansteken Lernen beginnen		zapalić, napocząć
beantwoorden Lernen beginnen		odpowiadać
beantwoorden Lernen beginnen		odpowiadać
beantwoorden Lernen beginnen		odpowiadać
afnemen Lernen beginnen		zdjąć, odebrać, odjąć, odkupić
afnemen Lernen beginnen		zdjąć, odebrać, odjąć, odkupić
afnemen Lernen beginnen		zdjąć, odebrać, odjąć, odkupić
aanwijzen Lernen beginnen		wskazać
aanwijzen Lernen beginnen		wskazać
aanwijzen Lernen beginnen		wskazać
afpakken Lernen beginnen		zabrać
afpakken Lernen beginnen		zabrać
afpakken Lernen beginnen		zabrać
aandringen Lernen beginnen		nacierać, napierać
aandringen Lernen beginnen		nacierać, napierać
aandringen Lernen beginnen		nacierać, napierać
aankijken Lernen beginnen		przyjżeć się
aankijken Lernen beginnen		przyjżeć się
aankijken Lernen beginnen		przyjrzeć się
aankomen Lernen beginnen		przybyć
aankomen Lernen beginnen		przybyć
aankomen Lernen beginnen		przybyć
aankleden Lernen beginnen		ubrać kogoś
aankleden Lernen beginnen		ubrać kogoś
aankleden Lernen beginnen		ubrać kogoś
aankondigen Lernen beginnen		ogłaszać coś
aankondigen Lernen beginnen		ogłaszać coś
aankondigen Lernen beginnen		ogłaszać coś
aanbieden Lernen beginnen		oferować, proponować
aanbieden Lernen beginnen		oferować, proponować
aanbieden Lernen beginnen		oferować, proponować
begrijpen Lernen beginnen		zrozumieć
begrijpen Lernen beginnen		zrozumieć
begrijpen Lernen beginnen		zrozumieć
aansluiten Lernen beginnen		przyłączyć, podłączyć
aansluiten Lernen beginnen		przyłączyć, podłączyć
aansluiten Lernen beginnen		przyłączyć, podłączyć
aanvangen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
aanvangen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
aanvangen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
beloven Lernen beginnen		obiecać, przyrzec
beloven Lernen beginnen		obiecać, przyrzec
beloven Lernen beginnen		obiecać, przyrzec
aanvallen Lernen beginnen		atakować, napaść
aanvallen Lernen beginnen		atakować, napaść
aanvallen Lernen beginnen		atakować, napaść
aflopen Lernen beginnen		przebiegać, zbiegać, kończyć, spływać
aflopen Lernen beginnen		przebiegać, zbiegać, kończyć, spływać
aflopen Lernen beginnen		przebiegać, zbiegać, kończyć, spływać
afleveren Lernen beginnen		dostarczyć, przekazać, doręczyć
afleveren Lernen beginnen		dostarczyć, przekazać, doręczyć
afleveren Lernen beginnen		dostarczyć, przekazać, doręczyć
achten Lernen beginnen		szanować, uważać
achten Lernen beginnen		szanować, uważać
achten Lernen beginnen		szanować, uważać
bedanken Lernen beginnen		podziękować
bedanken Lernen beginnen		podziękować
bedanken Lernen beginnen		podziękować
beheren Lernen beginnen		zarządzać
beheren Lernen beginnen		zarządzać
beheren Lernen beginnen		zarządzać
bederven Lernen beginnen		zepsuć
bederven Lernen beginnen		zepsuć
bederven Lernen beginnen		zepsuć
beheersen Lernen beginnen		panować, opanować
beheersen Lernen beginnen		panować, opanować
beheersen Lernen beginnen		panować, opanować
beginnen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
beginnen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
beginnen Lernen beginnen		zacząć, rozpocząć
behandelen Lernen beginnen		traktować, leczyć
behandelen Lernen beginnen		traktować, leczyć
behandelen Lernen beginnen		traktować, leczyć
bedoelen Lernen beginnen		mieć na myśli
bedoelen Lernen beginnen		mieć na myśli
bedoelen Lernen beginnen		mieć na myśli
beschermen Lernen beginnen		chronić, opiekować się
beschermen Lernen beginnen		chronić, opiekować się
beschermen Lernen beginnen		chronić, opiekować się
bedragen Lernen beginnen		wynosić, opiewać
bedragen Lernen beginnen		wynosić, opiewać
bedragen Lernen beginnen		wynosić, opiewać
aanraken Lernen beginnen		dotknąć
aanraken Lernen beginnen		dotknąć
aanraken Lernen beginnen		dotknąć
aanpassen Lernen beginnen		przymierzyć
aanpassen Lernen beginnen		przymierzyć
behouden Lernen beginnen		zachować, utrzymać, ocalić
behouden Lernen beginnen		zachować, utrzymać, ocalić
behouden Lernen beginnen		zachować, utrzymać, ocalić
bakken Lernen beginnen		piec
bakken Lernen beginnen		piec
bakken Lernen beginnen		piec
bekkenen Lernen beginnen		uznać, przyznać się, wyznać
bekkenen Lernen beginnen		uznać, przyznać się, wyznać
bekkenen Lernen beginnen		uznać, przyznać się, wyznać
bekijken Lernen beginnen		oglądać
bekijken Lernen beginnen		oglądać
bekijken Lernen beginnen		oglądać
bellen Lernen beginnen		dzwonić
bellen Lernen beginnen		dzwonić
bellen Lernen beginnen		dzwonić
beschadigen Lernen beginnen		uszkodzić
beschadigen Lernen beginnen		uszkodzić
aanbevalen Lernen beginnen		rekomendować, polecać
aanbevalen Lernen beginnen		rekomendować, polecać
afwachten Lernen beginnen		oczekiwać, odczekać
afwachten Lernen beginnen		oczekiwać, odczekać
afwachten Lernen beginnen		oczekiwać, odczekać

3dni razem

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr