5.7 Het sollicitatiegesprek (B1)

 0    32 Datenblatt    w464jhbkjf
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
przyjąć
Lernen beginnen
aannemen
De werknemers heeft de kandidaat meteen aangenomen. Hij mag de volgende week beginnen.
z tym, tym
Lernen beginnen
daarmee
Bij de receptie hangt een sleutel. Daarmee heb je toegang tot het magazijn.
to znaczy (że)
Lernen beginnen
dat houdt in (dat)
Voor die baan moet je er representatief uitzien. Dat houdt in: er netjes uitzien en de juiste kleding dragen.
ten (je)
Lernen beginnen
degene (degenen)
De officiële eigenaar van het huis is degene die het koopcontract heeft ondertekend.
zrobić... wrażenie (na)
Lernen beginnen
een... indruk maken (op)
Ik wil een goede indruk maken op de ouders van mijn nieuwe vriend. Daarom heb ik lekker eten voor hen gekookt.
zastosować się do, tyczyc sie
Lernen beginnen
gelden (voor)
De waarschuwing voor zeer harde wind geldt alleen voor de noordelijke provincies.
kiwać
Lernen beginnen
knikken
De oude man kan niet meer praten, maar knikt als je vraagt of hij koffie wil.
przydarzyło ci się (wydawac sie)
Lernen beginnen
overkomen
Ik ken Alex niet goed, maar hij komt aardig over.
patrzeć na
Lernen beginnen
aankijken
Als ik de jongen aankijk, zie ik twee mooie, bruine ogen.
straszny
Lernen beginnen
eng
Zora vindt het eng om ’s nachts alleen over straat te lopen.
narzekać
Lernen beginnen
mopperen
Mijn man moppert al de hele dag over de harde muziek van de buren.
przerywać
Lernen beginnen
onderbreken
We onderbreken de vergadering voor een korte pauze.
organizacja
Lernen beginnen
de organisatie
Hij werkt als arts voor het Rode Kruis. Deze organisatie geeft hulp in veel landen.
ton
Lernen beginnen
de toon
Als mijn zus geïrriteerd is, verandert de toon van haar stem.
wygląd
Lernen beginnen
het uiterlijk
Daan vindt zijn uiterlijk belangrijk, dus hij gaat regelmatig naar de kapper.
wyłącz
Lernen beginnen
uitzetten
‘s Avonds zet Hua de computer uit om stroom te besparen.
nieśmiały
Lernen beginnen
verlegen
Yusuf durft niet met nieuwe mensen te praten, omdat hij verlegen is.
unikać
Lernen beginnen
vermijden
Felix is bang voor honden, dus hij vermijdt plekken met veel honden.
przewidywać
Lernen beginnen
voorspellen
In het weerbericht wordt het weer voor morgen voorspeld.
nerwowy
Lernen beginnen
zenuwachtig
Olga heeft goed geoefend voor haar concert, maar ze is toch zenuwachtig.
drut
Lernen beginnen
de draad
gips
Lernen beginnen
het gips
wózek dla dzieci
Lernen beginnen
de kinderwagen
skrzynia
Lernen beginnen
de kist
rama okna
Lernen beginnen
het kozijn
stoisko
Lernen beginnen
de kraam
stołek
Lernen beginnen
de kruk
odpowiedzialny
Lernen beginnen
de leiding
makijaż
Lernen beginnen
de make-up
czujnik dymu
Lernen beginnen
de rookmelder
uliczny muzyk
Lernen beginnen
de straatmuzikant
kafelek
Lernen beginnen
de tegel

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.