A1_przymiotniki (1)

 0    50 Datenblatt    JakubSzczepanski
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
duży
Lernen beginnen
groot
mały
Lernen beginnen
klein
długi (wysoki jeśli człowiek)
Lernen beginnen
lang
krótki (niski jeśli czlowiek)
Lernen beginnen
kort
stary
Lernen beginnen
oude
nowy / nowa
Lernen beginnen
nieuw / nieuwe
młody
Lernen beginnen
jong
tani
Lernen beginnen
goedkoop
drogi
Lernen beginnen
duur
(po)wolny
Lernen beginnen
langzaam
szybki
Lernen beginnen
snel
lekki
Lernen beginnen
licht
cięzki
Lernen beginnen
zwaar
mądry, sprytny, inteligentny
Lernen beginnen
slim
głupi
Lernen beginnen
stom
jasny
Lernen beginnen
licht
ciemny
Lernen beginnen
donker
spokojny
Lernen beginnen
kalm, rustig
zajęty, zabiegany, zaaferowany, pod presją czasu / często uczęszczany, zatłoczony
Lernen beginnen
druk
ładny
Lernen beginnen
mooi
brzydki
Lernen beginnen
lelijk
zdrowy
Lernen beginnen
gezond
chory
Lernen beginnen
ziek
biedny
Lernen beginnen
arm
bogaty
Lernen beginnen
rijk
trudny
Lernen beginnen
moeilijk
łatwy
Lernen beginnen
gemakkelijk / makkelijk
wczesny
Lernen beginnen
vroeg
późny
Lernen beginnen
laat
daleki
Lernen beginnen
ver
bliski
Lernen beginnen
dichtbij / vlakbij
wolny (niezależny)
Lernen beginnen
vrij
fajny/przyjemny
Lernen beginnen
leuk
prawidłowy, poprawny właściwy
Lernen beginnen
juist
niepoprawne, niewłaściwe, złe
Lernen beginnen
verkeerd
zmęczony czymś
Lernen beginnen
moe
wąski
Lernen beginnen
smal
szeroki
Lernen beginnen
breed
niski (nie w odniesieniu do osób)
Lernen beginnen
laag
wysoki (nie w odniesieniu do osób)
Lernen beginnen
hoog
ważny
Lernen beginnen
belangrijk
czysty
Lernen beginnen
schoon
zepsuty, złamany
Lernen beginnen
kapot
pyszny
Lernen beginnen
lekker
płaski
Lernen beginnen
vlak
umiarkowany
Lernen beginnen
gematigd
przestronny
Lernen beginnen
ruim
wygodny, praktyczny
Lernen beginnen
wygodny, praktyczny Holländisch
handig
bezpieczny
Lernen beginnen
veilig
uroczy
Lernen beginnen
schattig

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.