→ Czas. Niereg. Czas. Przeszły → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
blijven Lernen beginnen		zostawać (gebleven)
brengen Lernen beginnen		przynosić (gebrach)
denken Lernen beginnen		myśleć, sądzić, uważać (gedacht)
doen Lernen beginnen		robić (gedaan)
drinken Lernen beginnen		pić (gedronken)
eten Lernen beginnen		jeść (gegeten)
gaan Lernen beginnen		iść (gegaan)
hebben Lernen beginnen		mieć (gehad)
kijken Lernen beginnen		oglądać (gekeken)
komen Lernen beginnen		pochodzić, przychodzić (gekomen)
kopen Lernen beginnen		kupić (gekocht)
krijgen Lernen beginnen		dostać (gekregen)
lezen Lernen beginnen		czytać (gelezen)
schrijven Lernen beginnen		pisać (geschreven)
spreken Lernen beginnen		mówić (gesproken)
vliegen Lernen beginnen		latać (gevlogen)
vragen Lernen beginnen		pytać (gevraagd)
zien Lernen beginnen		widzieć (gezien)
zitten Lernen beginnen		siedzieć (gezeten)
zijn Lernen beginnen		być (geweest)

czas. niereg. czas. przeszły